We zitten op de grond en spelen.
Nog maar een paar weken geleden is mama dood gegaan.
Op maandagmorgen. Omdat ze niet meer kon.
Hij is 7 en weet inmiddels alles.
Hoe, wat, waar.
Dat was de 1e dag nog niet zo.
Papa moest even wat moed verzamelen om het te vertellen, niet zo gek.
Nu is hij boos. Hij had het meteen willen weten.
Met de duplo in mijn handen zeg ik, al spelend,
weet je dat er onder het blokje boos,
bijna altijd nog een ander blokje zit?
Meestal is het bang of verdrietig.
Zonder op te kijken zegt hij;
bij mij verdrietig.
Papa zit er bij en kijkt.
Ja, zeg ik, wat een groot een verdriet dat mama er niet meer is he,
voor jou, voor je zusje en ook voor papa.
En als je dat aan je kindjes moet vertellen,
zonder dat je zelf echt snapt hoe groot mama’s verdriet was
dat ze besloot een touwtje om haar nek te doen,
dan moet je soms even een beetje minder bang worden,
voor je dat kan vertellen.
Dan kijkt hij me aan,
dat snap ik wel zegt hij,
en nu weet ik het toch,
en mag ik alles vragen he papa.
We spelen verder en een uur later vraag ik hem hoe het nu is
met de boosheid. Oh die is weg hoor.
Ik heb 2 helden leren kennen.